In Blaricum onthult de gemeente dinsdag een bord bij het Burgemeester Tydemanplein dat een donkere kant schetst van de voormalige burgervader. Waar ze hem in het Gooise dorp roemen, is hij in Westkapelle en onder de Molukse gemeenschap in Nederland omstreden.
Onder de verantwoordelijkheid van Meinhard Tydeman is in de jaren 50 geschoten op een groep ongewapende Molukkers. Dat er na al die jaren nu eindelijk erkenning komt voor wat er toen is gebeurd, voelt goed, zoals voor Pierre Pourchez uit ’s-Graveland.
Pierre zag het levenslicht in Indonesië. Zijn vader, die in het Nederlandse leger in Indonesië diende, vocht tegen de opstand door de inheemse Indonesiërs. Toen Indonesië zijn onafhankelijkheid uitriep, bevonden de Molukse soldaten zich zonder land. Ze konden nergens heen. Nadat ze hun land moesten achterlaten, wachtte voor het gezin meteen een koude douche.
De Molukkers vonden in Nederland onderdak in voormalige woonoorden en concentratiekampen. Bij Pierre zit dat anders: hij komt terecht in Nisse, een klein Zeeuws dorpje. Zijn moeder was Moluks, zijn vader Javaans. Daardoor was het politiek gezien moeilijk om samen met andere Molukkers in de kampen te wonen.
Tekst loopt door onder de foto.